Bloemetje  31. Geschiedenisles

Door Joris Leijten

Deze week is het Kinderboekenweek 2020 met het thema: “ En toen?,  over geschiedenis”. Alle voorwerpen op de zolder van Meisje Bloem hebben een geschiedenis. Ze zijn op een of andere manier belangrijk voor de ouders van Meisje Bloem om te bewaren voor de toekomst op de zolder. Dat weet Meisje Bloem. Ze vindt het spannend en leuk om op de zolder in de dozen te speuren naar de voorwerpen en vragen te stellen naar de geschiedenis van de voorwerpen. Ze stelt aan de hand van de voorwerpen zichzelf vragen en leert van de verhalen die ze bedenkt en speelt. Dat leidt weer tot nieuwe antwoorden.

Ze vindt bijvoorbeeld een kom met één oor. ‘Is dit een kom voor de sla, Bloem? ‘Nee dit is niet voor de sla, dit is een pot. Daar kun je op plassen.’  Ze zegt: ’Heel lang geleden waren er nog geen wc’s. Dan moesten de mensen op de pot plassen en ook poepen. Ze zegt: ‘Dan kieperden ze de poep en de plas uit het raam zo op straat.’ ‘Je rook op straat de plas en de poep’, zegt Meisje Bloem en ze knijpt in haar neus.” (16. De Kom) Ze realiseert zich vervolgens hoe keurige mensen in het verleden over de straat liepen tussen alle poep en plas. Daarvan leert ze over het leven in de stad van vroeger.

Ook de persoonlijke geschiedenis van haar ouders komt langs. Zij vindt een  familiefotoalbum met mensen die heel streng kijken.  ‘Ik denk niet dat ze aardig zijn’, zegt ze. ‘Maar je hoeft niet bang te zijn voor die mensen, die mensen zijn al heel lang dood. Als je dood bent, ben je er niet meer.’ Om daarna te denken dat zij nog niet dood wil omdat ze nog brandweerman wil worden en ook nog vader. Ze vindt in een zak papier een bos bloemen die bruin zijn geworden door de tijd. Het is een trouwboeket, ziet ze. Meisje Bloem bedenkt dat het een mooi feest  geweest moet zijn, want anders hadden haar ouders die bloemen niet bewaard. Meisje Bloem haalt de bos uit het papier. De blaadjes vallen allemaal naar beneden. ‘Zonde’, zegt ze, ’de blaadjes zijn er afgevallen.’ In haar hand heeft ze nog alleen de takken. Meisje Bloem zegt: ‘Jammer, nu is het verhaal verloren.’ Het voorwerp krijgt betekenis door het verhaal dat de mens die kijkt, er in legt. Meisje Bloem ziet in het trouwboeket het resultaat van een gelukkige blije dag, die ooit heeft plaatsgevonden. Bij kinderen blijven geschiedenis verhalen vol emoties beter plakken in het geheugen dan de geschiedenis vertelt aan de hand van feitelijke jaartallen. Meisje Bloem doet mee aan het vertellen van de verhalen en speelt erop in. Ze heeft ook een oordeel over het verleden. Ze vindt dat Meneer Comenius wel een standbeeld verdiend heeft omdat hij lang geleden vond, dat je in een boek niet alleen letters moet zetten, maar ook plaatjes. En op de foto’s in de oude kranten ziet ze alleen nog de daken in een door de zee overstroomd dorp. Zij komt tot de conclusie dat als de zee komt bij haar huis, zij droog zit op haar zolder. Dat verhaaltje gaat over de watersnood in Zeeland waarover zij leest in de oude krant die zij vindt op zolder.  Nog niet eerder zag ik het prentenboek Meisje Bloem als geschiedenisboek, maar het is het wél. En daarom beveel ik het prentenboek Meisje Bloem in deze Kinderboekenweek 2020 met het thema “En toen?,  geschiedenis”, van harte aan.