2. De dozen

Boven in het huis van Meisje Bloem is een zolder.  Daar gaat ze graag naar toe.  Mag dat van je vader en moeder,  Bloem?  Meisje Bloem zegt: ‘Ja, ze vinden het goed.’
Meisje Bloem wijst om haar heen. Er staan allemaal dozen met spulletjes. ‘Die spulletjes liggen te wachten’, zegt ze, ‘over die spulletjes denk ik na.’ Meisje Bloem zegt: ‘Het is leuk op zolder, maar soms wel een beetje eng.’ 

Meisje Bloem zegt: ‘De zolder is mijn liefste plek in ons huis. Ik ben er vaak.’ Ze zegt: ‘Ik ben daar helemaal alleen. Ik kan op zolder doen wat ik wil.’

Maar Bloem, wat is dat dan, een zolder? Meisje Bloem denkt na over een zolder. Meisje Bloem zegt: ‘Een zolder is een plek waar mensen spullen bewaren. Spullen die oud zijn maar niet weggegooid mogen worden omdat al die spullen nog een verhaal hebben.’ Meisje Bloem zegt: ‘De spullen op de zolder vertellen hun verhaal aan mij.’