Author Archives: admin33

Door: Joris Leijten
Prentenboek Meisje Bloem is uitermate geschikt om voor te lezen.
Het kan ook zelfstandig gelezen worden door kinderen, maar de zinnen zijn relatief lang en dan kost dat hen misschien nog veel moeite en snappen ze nog niet zo goed wat ze lezen. De tekst van het prentenboek is niet gekeurd door de Citogroep maar ik denk dat het lees-en begripsniveau minimaal AVI 5– CLIB 5 is. Dat betekent dat het prentenboek zelfstandig gelezen kan worden door kinderen pas in groep 5.
De nieuwe leesboekjes in de serie Vrolijk leren: “De marskramer” en
“Een winkeltje op mijn rug” van Joleijt zijn wél getest en makkelijker zelfstandig door kinderen te lezen, op niveau AVI M4 –CLIB 4. Deze boekjes kunnen al gelezen worden in groep 4. Het AVI niveau geeft het technisch leesniveau van een tekst aan. Hoe goed kan een kind de woorden in een tekst lezen. Het CLIB niveau geeft het begrijpend leesniveau aan. Hoe goed begrijpt een kind waar de tekst over gaat

Read more

Door Clémence Leijten.
Meisje Bloem vindt een schoolbord. De zolder is een school. In de klas zitten in haar gedachten kinderen die iets moeten leren: ‘Ik ben de juffrouw’, zegt ze, ‘jullie moeten allemaal naar mij luisteren’. Grappig dat Meisje Bloem meteen de houding aan neemt van een strenge juffrouw zoals ik die ken uit mijn jeugd. Maar in wat zij biedt is zij een schooljuffrouw van deze tijd. Meisje Bloem pakt een krijtje. Op het bord tekent ze een huis met een schoorsteen. Meisje Bloem zegt: ‘Hier woon ik.’ Dit is mijn huis.’ Meisje Bloem zegt tegen de kinderen: ‘Als je geen huis hebt, moet je een huis bouwen. Want als je geen huis hebt, heb je geen kamer om te slapen en geen keuken om te koken’. Ze zegt: ‘En je hebt ook geen zolder om te spelen.’(50. Het schoolbord) Zij pakt een thema en leert de kinderen niet lezen of rekenen; zij betrekt de kinderen bij de wereld. Bij hun wereld, want een huis is dichtbij. Meisje Bloem doceert het vak wereldoriëntatie.

Read more

Door: Joris Leijten
Meisje Bloem weet dat alle voorwerpen die op de zolder door haar ouders bewaard worden, waarde hebben. Ze weet nog niet welke waarden. Historische, financiële waarden, kunstzinnige of emotionele waarden. Feit is dat ze belangrijk zijn om te bewaren voor haar ouders. Meisje Bloem mag op de zolder struinen en zoeken naar de voorwerpen en hiermee spelen. Dit zijn de verhaaltjes in het prentenboek Meisje Bloem. Zo vindt ze bijvoorbeeld een stapeltje brieven “van Joop voor Klaartje”. Joop schrijft dat hij Klaartje lief vindt, denkt ze en wil trouwen: ‘Op een dag schrijft hij een mooie brief aan haar. Dat ze mooie haren heeft, en mooie ogen. Dat ze lief is. Dat hij een mooi huis heef en hij vraagt of ze bij hem komt wonen. Hij heeft ook een lieve hond.’ (7. De brieven) Meisje Bloem vindt zelf honden heel leuk en zij denkt dat Klaartje honden leuk vindt en daarom met hem wil trouwen. De brieven hebben een emotionele waarde.

Read more

Door: Joris Leijten

Meisje Bloem heeft net als veel kinderen een pop. Alle kinderen gebruiken poppen, grote of kleine (Lego)poppetjes. Om van zich af te praten. Om tegen  iemand te kunnen praten. Om met hen hun gedachten te verwerken. Meisje Bloem vindt een pop in een doos op de zolder. “Meisje Bloem pakt de pop. Ze vindt hem lief. ‘Jou kan ik net goed gebruiken’, zegt ze, ‘jij wordt mijn vriend.’ De pop kijkt blij. Daaruit begrijpt Meisje Bloem, dat de pop haar vriend is.    

Haar pop blijkt een gelijkwaardige vriend die precies zo doet als zij en een echte vriend is. Zij zegt: ”Een vriend is iemand die lijkt op mij. Hij is net zo aardig. Als ik lach, lacht hij ook. Als ik een snoepje pak zonder te vragen, pakt mijn vriend ook een snoepje Als ik zeg dat dat niet aardig is, dan vindt mijn vriend dat ook.(5. Een pop). Zij vertelt in het boek wat haar pop vertelt en vindt. De pop zegt wat zij wil vertellen; wat zij vindt. Immers haar vriend lijkt op haar. De pop denkt mee in de gedachten van Meisje Bloem. Die pop als evenknie van Meisje Bloem kom je op verschillende plaatsen in het prentenboek tegen en altijd reflecteert ze met hem. Het is soms veiliger om via  de pop te vertellen dan rechtstreeks, ervaart ze.

Read more

Joleijt educatieve producten is een nieuwe serie ‘Vrolijk leren’ (www.joleijt.nl) gestart. Geschreven en getekend door Clémence Leijten en Joris Leijten. Het zijn in één keer twee nieuwe leesboekjes met tekeningen die kinderen in groep 4 (AVI- M4) zelfstandig kunnen lezen. De komende jaren zullen er meerdere boekjes volgen over verschillende thema’s.

Read more

Door: Joris Leijten

Het proces van het maken van een kinderboek zoals ons prentenboek Meisje Bloem is naast een goed idee hebben, het verhaal bedenken en het schaven, proeven en polijsten van de teksten. Het idee is er als eerste. Ons uitgangspunt. In dit geval een meisje, Bloem, dat op ontdekkingstocht gaat op haar zolder. Daar gaat ze in dozen op zoek naar een verhaal waar ze van leert. Voor kinderen is het van belang dat het verhaal herkenbaar is en dat er herhaling in zit. Het vertelpatroon herhaalt zich daarom in elk van de 52 verhaaltjes. Maar toch zijn alle verhaaltjes verschillend. In elk verhaaltje vindt Meisje Bloem iets anders en wilden wij er onderhuids steeds een andere levensles in verwerken. Hiermee geven we de kinderen iets mee zonder dat we met het vingertje wijzen of te oordelen of iets goed of fout zou zijn. Als het idee sterk is volgen vanzelf andere associaties in het verhaal. Haar naam Bloem bijvoorbeeld leidt tot groeien, ontplooien, zaaien, oogsten en komt in veel verhaaltjes voor.

Read more

Door Clémence Leijten  In een doos zit een rood balletje…

Read more

Door Clémence Leijten. 

Meisje Bloem vindt een doos met blokken en ze bouwt daarvan een stad. Een stemmetje in haar zegt: ‘Bouw een muur om de stad heen, Bloem!’ Een aantrekkelijk idee? Achter een muur ben je immers veilig. Meisje Bloem zet een “stip op de horizon” (daar wil ze naar toe). Ze zegt: ‘Nee, ik wil geen muur om de stad.’ Meisje Bloem zegt: ‘Ik wil de stad uit kunnen lopen. Ik wil de wereld zien.’ Ze zegt: ‘En ik wil dat alle mensen bij mij op bezoek kunnen komen.’ Meisje Bloem zegt: ‘Ik vind het leuk als Erik, mijn neefje, komt logeren.’ Het verhaal gaat verder met een vraag. Maar Bloem, wat is dat dan een muur om de stad? In alle verhaaltjes van Meisje Bloem is er iets of iemand die haar bevraagt. Haar evenknie, haar andere ik, haar geweten? Het stemmetje vormt een reflectie op wat ze denkt. In elk verhaaltje beantwoordt zij de steeds terugkeren vraag: maar Bloem, wat is dat dan…? En dan volgt haar uitleg. Vragen zetten je aan het denken en mooi vind ik dat Bloem die vragen voelt opborrelen in zichzelf; ze heeft daar niet een belerende ouder of schoolmeester voor nodig. Kinderen kunnen dat, als zij van ons volwassenen de ruimte krijgen om na te denken, zij kunnen autonoom keuzes maken en zij kunnen op zichzelf vertrouwen.

Read more

Door: Joris Leijten.

Het is begin januari. Een nieuw jaar is aangebroken. Het is een afspraak dat op 1 januari het nieuwe jaar begint en we een bladzijde van de kalender van het vorige jaar omslaan. We wensen iedereen een gelukkig nieuw jaar en starten min of meer met een schone lei en maken nieuwe plannen. Meisje Bloem speelt graag nieuwe verhalen. In het boek zoekt ze nieuwe verhalen in een voor haar nieuwe doos op haar zolder. Ze is elke keer verrast wat er in zit de doos zit. Ze stelt zichzelf vragen om te achterhalen wat het is en vraagt zich af wat ze ermee kan spelen.

Read more

130/198