Bloemetje 152. In plaats van een muur.
Door Clémence Leijten
Meisje Bloem vindt op zolder een doos met blokken.Meisje Bloem zegt: 'Daar kan ik een stad van bouwen.' Meisje Bloem pakt een lang blok, en een klein blok, en nog een lang blok, en een driehoek. Meisje Bloem zegt: 'Ik maak een huis.' Meisje Bloem maakt nog een huis, en nog een. En ze maakt een straat. En nog een straat met ook huizen. Bouw een muur om de stad heen, Bloem! Meisje Bloem schudt haar hoofd. Ze zegt: 'Nee, ik wil geen muur om de stad.' Meisje Bloem zegt: 'Ik wil uit de stad kunnen lopen. Ik wil de wereld zien.' Ze zegt: 'En ik wil dat alle mensen bij mij op bezoek kunnen komen.' (51. De blokkendoos.)Het stemmetje in Meisje Bloem, zegt dat ze een muur moet bouwen om de stad die ze heeft gebouwd. Dat stemmetje mikt op veiligheid, maar Meisje Bloem doorziet de beperking van een muur om de stad. Meisje Bloem zegt: 'Een muur om de stad houdt de mensen die buiten mijn stad wonen tegen. Je kunt dan niet met hen praten. Je kunt niks samen doen.' Meisje Bloem zegt: 'Ik ben Bloem, ik wil juist alles met alle mensen samen doen.' Ik moest aan dit verhaal denken, nu alles zich weert tegen een mogelijke oorlog en ik in mijn bus een folder krijg dat ik water, lang houdbaar eten moet kopen en een radio op batterij. En een zaklamp. In een EHBO-doos. En warme dekens. Een contant geld en een fluitje. Oké, denk ik. Ik koop die zaken en waan me veilig.