Bloemetje 130. “Bloemetjes buiten zetten”.

Door: Joris Leijten
Het is zomervakantie! Een periode dat we het even anders kunnen doen dan we normaal doen. We hoeven niet meer op een vaste tijd op en kunnen later naar bed gaan. En opstaan zonder wekker; we hoeven niet naar school of naar het werk. We hebben meer tijd om leuke dingen te doen en ergens naar toe te gaan op vakantie, zomerkampen, dagexcursies en festivals. Hopelijk is het in deze zomer mooi zonnig en warm weer om naar buiten te gaan. Vroeger was de zomer een periode dat kinderen werkten op het akkerland. Dan was het druk bij de boer en moesten ze helpen. Nu mag dat niet meer en zijn kinderen acht weken echt vrij voor het komende schooljaar in september. Energie op doen en uitrusten.

Continue Reading


Bloemetje 129. Een blokje eraf.

Door Clémence Leijten.
Meisje Bloem vindt een doos blokken op zolder. Meisje Bloem zegt: ‘Daar kan ik een stad mee bouwen.’ Meisje bloem pakt een lang blok, een klein blok, en nog een lang blok, en een driehoek. Meisje Bloem zegt:  ‘Ik maak een huis.’ Meisje Bloem maakt een huis, en nog een. En ze maakt een straat. En nog een straat met ook huizen.’  (51. De blokkendoos) Ze bouwt haar stad - haar wereld – óp. Het wordt steeds mooier. Ze gaat er vanuit dat “meer” beter wordt, nóg meer huizen, nóg meer straten. Altijd iets erbij. Ik herken dat: ook: ik bouw graag op. Opeens door een uitspraak die ik dit weekeinde hoorde, realiseer ik me dat je er steeds een schep boven op kunt doen, maar dat je er óók een schep vanaf kunt halen.

Continue Reading


Bloemetje 128. Oranje feestje.

Door: Joris Leijten
Meisje Bloem houdt van leuke feestjes.
Ze organiseert zelfs in haar eentje een extra verjaardagsfeestje op haar zolder compleet met slingers en een roltong en heeft veel plezier. Meisje Bloem is jarig vandaag. Hoe kan ik zien dat je jarig bent, Bloem? Meisje Bloem zegt: ‘ We moeten nog versieren.’ Meisje Bloem pakt de doos met de slingers. Ze maakt de slingers vast aan de zolder en ze steekt een papieren bloem in haar haar [..]
In de doos met feestspulletjes ligt een roltong. Meisje Bloem zegt: ‘Leuk, een roltong, die heb ik altijd al willen hebben’
Ze stopt de roltong in haar mond en blaast een hele lange tong met een hele lange pieeeeeeeeeeep … ‘Nu is het echt feest’, zegt ze.

Continue Reading


Bloemetje 127. Makkelijke mensen.

Door Clémence Leijten.
In het eerste verhaaltje van het prentenboek Meisje Bloem wordt Meisje Bloem voor gesteld: Ze heet Bloem, Meisje Bloem. Misschien heet ze ook wel Anne, of Alice, of Aagje, maar iedereen noemt haar Bloem. “Bloem” noemt haar vader haar omdat ze werd geboren op de eerste dag van de lente. “Wordt maar een mooie bloem”, zei hij.  (1. Meisje Bloem) Er wordt ook verteld wat Meisje Bloem bezighoudt. Meisje Bloem heeft altijd iets te denken. Dat zie je aan haar ogen. Dan kijkt ze in de verte. Als haar ogen donker worden, is ze boos. Haar ogen zijn ook wel eens nat, dan is Meisje Bloem verdrietig. En soms zijn de gaatjes in haar ogen groot, dan is ze bang. Maar meestal glimmen haar ogen, dan is Meisje Bloem blij. “Bloem heeft sprekende ogen zeggen mensen. Dat zeg je als je vindt dat ogen iets vertellen. De ogen van Meisje Bloem vertellen wat ze denkt in haar hoofd en wat ze voelt in haar buik. Wie denkt oordeelt. Daarom vind ik Meisje Bloem een mooi rijk kind. Ik vind mensen die niet oordelen namelijk makkelijke mensen. Het zijn mensen die een status -quo handhaven. De status-quo is de toestand waarin iets zich bevindt. Die status-quo kan fnuikend zijn, maar omdat iemand “niet oordeelt”, komt er geen afkeurende uitspraak. Anderzijds: de status-quo kan ook inspirerend zijn, maar dat wordt niet opgemerkt als iemand niet oordeelt. Er komt dan geen goedkeurende uitspraak; er komt geen compliment. Een wereld zonder oordeel is in mijn oordeel: armoe.

Continue Reading