Bloemetje 144. “Verdriet is een ding met stekels”.
Door Clémence Leijten
Meisje Bloem vindt op zolder een trapje met drie treetjes. ‘Het is een trap naar de hemel’, zegt ze. Meisje Bloem zegt: ‘In de hemel zitten mensen die dood zijn gegaan. Buurman is doodgegaan, en het zusje van Borre van school.’ Meisje Bloem weet wat dood is. ‘Opa is dood.’ ‘Die woont nu ook in de hemel’, zegt ze. (8. Het trapje.) Meisje Bloem hield van haar opa. Ze is verdrietig. Ze mist hem. Ze denkt dat ze haar opa in de hemel kan vinden. Meisje Bloem stapt op het eerste treetje en dan op het tweede, dan op treetje drie. ‘Ik ga koffiedrinken bij mijn opa’, zegt ze. En in haar hand heeft ze een grote doos gebakjes. Dit weekend las ik een boek van de Vlaamse psychiater Dirk de Wachter.
Hij schrijft over troost bij verlies van dierbaren. En het leuke is dat Meisje Bloem precies, doet, wat Dirk de Wachter zegt dat je zou moeten doen in geval van zo’n dood.