Bloemetje 119. Wat moet mogen. 

Door Clémence Leijten.
Als Meisje Bloem op zolder is, hoort ze de harde wind. Ze is bang. ‘Straks waait misschien het dak er af’, zegt ze. ‘Hoe kan ik dat stoppen?’ Meisje Bloem denkt aan een huis zonder dak waar je zomaar naar binnen kunt kijken. Ze zegt: ‘Zonder het dak waaien de lakens van mijn bed.’ De gaatjes in haar ogen zijn groot. Meisje Bloem denkt diep na. ‘Er moet iets gebeuren’, zegt ze. Wat doet Meisje Bloem; wat vindt zij afdoende? Naast Meisje Bloem ligt een bol touw. ‘Ik weet wat’, zegt ze. Meisje Bloem windt het touwtje van de bol. Ze bindt het touwtje om een spijker in het dakraam. En dan neemt ze het andere eind van het touwtje mee naar de stoelpoot en knoopt het daar vast. ‘Zo’ zegt, ze, ‘nu kan er niks meer gebeuren.’ (4. Het touwtje) Het touwtje stelt haar gerust. Oei, Meisje Bloem zullen ze daar op de Technische Universiteit, blij mee zijn? Gaat dat werken? Volgens Meisje Bloem wél. Het is haar persoonlijke mening.

Een “mening” is wat iemand zélf heeft bedacht. De professor van de Technische Universiteit zal zeggen: ‘Dat touwtje is niet voldoende om het dak te redden. De sterke kracht van dat touwtje is geen wetenschappelijk feit.’ Een “wetenschappelijk feit” is, wat iemand met wetenschappelijk onderzoek heeft bewezen, dat dat waar is.

Meisje Bloem mag zeggen dat een touwtje sterk is. Dat is haar vrijheid van meningsuiting. Meisje Bloem mag persoonlijk vinden, dat zo’n touwtje wel handig is; maar als zij lesgeeft en dit vertelt aan haar studenten als waar, dan moet zij stoppen met haar werk. Dan mag zij haar mening niet uiten.     

Ik kom daarop omdat in de krant een week geleden een artikel stond over vrijheid van meningsuiting in de universitaire wereld¹. Aan de Hogeschool Utrecht werd onlangs door het bestuur een aantal lezingen over de Holocaust geschrapt. Toen uitgesteld. Om ze na veel protest weer door te laten gaan. Dit in verband met protest van professoren en studenten over de bombardementen in Gaza door de Israëli’s die zij afkeurden. Zij vinden dat de Joodse regering het oorlogsrecht overtreedt. Het universiteitsbestuur was bang voor een confrontatie tussen mensen pro Joods handelen en mensen pro Palestijnse zaak. Op universiteiten of hogeschool moeten studenten en docenten niet bang zijn om hun mening te geven, zou ik denken. Juist daar zou discussie moeten zijn. Op Universiteit Groningen werd een docent ontslagen omdat haar wetenschappelijke publicaties over discriminatie tot een verstoorde arbeidsrelatie leidde. In deze gevallen zijn docenten en onderzoekers belemmerd in hun academische vrijheid, vinden de auteurs van het artikel. Ik vroeg mij af wat “academische vrijheid” inhoudt; hoe dat zich verhoudt tot de vrijheid van meningsuiting. Ik dacht dat die twee begrippen gelijk waren, maar dat bleken ze niet te zijn.

Het artikel wees mij op het verschil: de “vrijheid van meningsuiting” zegt dat iedereen zijn persoonlijke mening mag uiten (als die uiting maar valt binnen, wat mag van onze Wet.); in “academische vrijheid” telt ‘wetenschap’. “Wetenschap” is niet zómaar een mening, maar onderscheidt zich daarvan omdat wetenschappelijke uitspraken in tegenstelling tot persoonlijke meningen, toetsbaar zijn en voortbouwen op wetenschappelijke kennis die er al is².                                                  

Het artikel in de krant zegt dat ‘natuurlijk’ wetenschappers een persoonlijke mening kunnen verkondigen zolang de geopperde mening expliciet wordt onderscheiden van wetenschappelijke uitspraken: ‘Ik vind dat de Joden onrechtmatig Gaza bombarderen’ is een ‘persoonlijke’ mening. Maar is geen feit. Omdat de daad nog niet getoetst is aan het wetenschappelijk getoetste oorlogsrecht; dat er ‘Rechten zijn van de Mens’ is een wetenschappelijk getoetst feit. In de discussie op de universiteit zou dat onderscheid tussen “persoonlijk” en “wetenschappelijk” voortdurend  duidelijk moeten zijn; dan kan gedebatteerd worden over alles, vinden de auteurs van het artikel. Meisje Bloem geeft in het prentenboek voortdurend haar persoonlijke mening. Zo ook over de wind die zij hoort op de zolder. Maar Bloem, wat is dat dan wind?  Meisje Bloem denkt na over de wind. Meisje Bloem zegt: ‘Wind komt door de bomen omdat ze waaien.
De bomen moeten worden omgezaagd, dan is de wind weg.’
Op de universiteit mag zij haar mening niet als waar doceren omdat haar stelling niet wetenschappelijk is bewezen, maar zij mag haar persoonlijke mening in een discussie wel vertellen, als ze er maar bij zegt, dat het haar 'eigen mening' is. Nu ben ik er uit!                     

  1. Rens Bod en Louise O. Fresco Bestuurder moet vrijheid bewaken, niet bekvechten. NRC, vrijdag 9 februari 2024.).  
    De academische vrijheid staat onder druk. Bestuurders zijn zo gevoelig voor kritiek van buitenaf dat ze hun rug niet altijd recht weten te houden.
  2. De Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen (KNAW) zegt in 2021 dat onder academische vrijheid moet worden verstaan: “Het in vrijheid wetenschappelijk onderzoek kunnen doen, de bevindingen naar buiten brengen en onderwijs kunnen geven.” De essentie van academische vrijheid ligt dus in het onderzoek en onderwijs met alle normen die daar bij horen: transparantie, zorgvuldigheid, eerlijkheid, onafhankelijkheid en toets baarheid.