Bloemetje 61: Nieuwsgierig Aagje

Door Clémence Leijten.
We hebben het over Meisje Bloem. “Ze heet Bloem, Meisje Bloem. Misschien heet ze ook wel Anne, Alice , of Aagje, maar iedereen noemt haar Bloem. “Bloem” noemde haar vader haar omdat ze werd geboren op de eerste dag van de lente. “Wordt maar een mooie bloem”, zei hij (1. Meisje Bloem). Misschien heet ze eigenlijk wel Aagje, want Bloem is nieuwsgierig: nieuwsgierig Aagje. Nieuwsgierig Aagje is de hoofdpersoon in een zeventiende eeuwse klucht blijkt.¹ Hierin wordt het verhaal verteld van ene Aagje uit Enkhuizen die erg nieuwsgierig is. Ze is getrouwd met een smid. Van een bevriende schipper Freekbuur heeft ze gehoord hoe het leven in Antwerpen toegaat. Van haar man mag zij een keer met de schipper mee reizen naar Antwerpen. Daar aangekomen vraagt Freekbuur haar even te wachten op het schip terwijl hij in de stad een aantal zaken regelt. Wanneer dit te lang duurt wordt Aagje nieuwsgierig en besluit zelf op verkenning te gaan in de stad. Daar komt ze een “Spaanse Brabander” tegen (een Brabander die in de zuidelijke Nederlanden woonde dat in tegenstelling tot de Noordelijke Nederlanden in die tijd bezet was door de Spanjaarden). Aagje denkt dat de man haar neef “Jan van Spanjen” is die handel dreef met Spanje en ook vaak in Antwerpen was.

Ze vertelt hem alles over zichzelf, waaronder het bedrag dat ze bij zich heeft: honderd gulden. Sluw biedt de man haar aan de stad te laten zien, waar Aagje niets vermoedend op in gaat. Ten slotte belanden ze in een café waar hij haar dronken voert, haar geld ontfutselt en terwijl zij in een hoek ligt te slapen op haar kosten zijn vrienden op alcohol trakteert. Dan laat hij haar achter op een stoep van een deftig huis, waar Freekbuur haar de volgende morgen vindt. Volgens de schrijver weende ze na afloop tranen, beschaamd over wat haar was overkomen. De moraal van het verhaal laat zich raden: niet nieuwsgierig zijn. “Nieuwsgierig aagje’’ is als begrip blijven bestaan en wordt gebruikt om een nieuwsgierig persoon terecht te wijzen. Verkeerd, vind ik dat.

Meisje Bloem is nieuwsgierig. Net als het woord ‘eigenwijs’ heeft het woord ‘nieuwsgierig’ dus een wijdverbreide bijgedachte: nieuwsgierig zijn, is niet goed. Als ik als kind nieuwsgierig was naar wat volwassenen met elkaar bespraken, heette dat, dat ik ”luistervinkje” speelde. Dan werd mij gezegd dat afluisteren niet hoorde. En de volwassenen zeiden veel betekend tegen elkaar: “Kleine potjes hebben grote oren.” Je hoorde niet nieuwsgierig te zijn; het ging mij niet aan wat werd verteld, vonden zij. Nog heeft het woord ‘nieuwsgierig zijn’ die bijklank; ik wil een warm pleidooi houden voor nieuwsgierigheid. Nieuwsgierigheid is het begin van wat we weten. Ik moet nieuwsgierig zijn anders weet ik niks. De cabaretier Sanne Wallis de Vries zegt in een interview op de vraag of leren haar gemakkelijk af ging: “Ik was vooral nieuwsgierig.” En ze heeft een tip voor mensen die niet precies weten hoe dingen zitten: “vraag eens iets.” Ze zegt: “Dat gebeurt tegenwoordig zo weinig. Als ik er zin in heb, beantwoord ik vervelende mensen op sociale media wel eens met: ‘Mocht u zich afvragen wat u verder nog kunt doen behalve kots-emoji’s sturen, stel eens een vraag.’ Ze zegt: “Ik vind het nog steeds erg leuk nieuwe dingen te leren. Door het overhoren van mijn kinderen snapte ik bijvoorbeeld opeens hoe je een formule opschrijft met energie omzetting. Dat vind ik dan zo leuk.’’ ² Nieuwsgierigheid gaat aan wetenschap vooraf.

Ik las eens een prachtige definitie van het begrip wetenschap: wetenschap bedrijven is rondlopen in een pikdonker huis. Je zoekt en je zoekt en plots vind je de lichtknop en dan wordt het licht en kun je zien wat er gebeurt. Wat Meisje Bloem vertelt, functioneert bij mij als de lichtknop, die mij zicht geeft. Daarom kauw ik op haar belevenissen; daarom lees ik het prentenboek aan mijn kleindochter voor. Het prentenboek Meisje Bloem gaat over nieuwsgierigheid. Misschien heet Meisje Bloem wel Aagje, omdat ze nieuwsgierig is. Nieuwsgierig aagje, een naam om haar terecht te wijzen? Nee, in tegendeel, een geuzennaam!

1.  Onze Taal: Abraham Bormeester (1662) Kluchtigh Avontuurtje van ’t Nieuwsgierigh Aeghje van Enckhuysen.
2.  Huigsloot Nathalie, Ik wist eerst niet zo goed, hoe ik moest leven. Interview met de cabaretier Sanne Wallis de Vries. Volkskrant magazine 13 november 2021