Bloemetje 47. Vrijheid.

Door: Joris Leijten
Begin mei stonden wij allemaal even stil bij de vrijheid. Meisje Bloem heeft in het prentenboek expliciet niet over het begrip “vrijheid” gesproken. Mogelijk als ik nu aan het boek aan het schrijven was, had ik haar iets op zolder laten vinden dat haar deed nadenken over vrijheid. Welk voorwerp zou dat kunnen zijn? Ik kom op het vinden van een hangslot met een sleutel. Waar is het oude slot voor gebruikt? Dat slot verborg iets; iets dat niet werd vrijgegeven. Meisje Bloem houdt van open en vrij, dus gaat ze op zoek naar haar wereld achter dit slot. Mogelijk heeft het slot iemand gevangen gehouden. Die was niet vrij om te doen wat hij of zij wilde. De bekende vraag volgt: Maar Bloem wat is dat dan; wat is dat dan vrijheid? Haar antwoord zou ludiek en wijs zijn net als alle andere antwoorden in het boek. Ze zou zeggen: ‘Vrijheid is alles kunnen doen wat je zelf voelt en mag. Ik mag gek doen, springen op bed, zoveel snoepjes eten als ik wil. Niets zit achter een slot.”     

Meisje Bloem is een vrijdenker met onafhankelijke kritische gedachten en ideeën. Ze wil niet beperkt worden door de meester, oom Ben en meneer en mevrouw Jansen die hun eigen normen dicteren en niet naar haar luisteren. En ze neemt ook de vrijheid van spelen, van denken en van zijn. Onbevangen en “eigen wijs” komt ze uit de vragen die ze zichzelf stelt. Niemand stoort haar op de zolder  in haar denken en doen. Ze bekijkt alles zelf grondig van alle kanten Haar blik is (nog) onbevangen en vrij met een eigen kijk op de wereld. Iedereen heeft die vrijheid van handelen, maar we zijn die vrijheid (lees: spontaniteit) als volwassenen kwijt geraakt omdat we van alles ‘moeten’ doen en worden beperkt door regels. Wij hebben verleerd spontaan en vrij te reageren als Meisje Bloem; wij zetten zaken vaak op slot. Helaas moeten we daarom veel sleutels vinden om sloten te ontgrendelen en ook weer vrij te kunnen handelen.

Essentie van vrijheid is om kritisch te mogen denken over wat je weet. Als uitgever wil ik daarom graag “kritische” (voor)leesboeken mét lesboeken en leermiddelen maken, voor kinderen in de leeftijd van 4 tot 9 jaar. Boeken die uitnodigen tot nadenken. Meisje Bloem is zo’n prentenboek met 52 verhaaltjes over een meisje dat haar eigen weg gaat. Eén van die verhaaltjes gaat over ontdekken.
Meisje Bloem ontdekt aan den lijve dat een plastic bloem water spuit door te ondervinden dat ze nat wordt als ze in het balletje onder de bloem knijpt (28 De spuitbloem). Ontdekken is het begin van wat we weten. Daarom is het leuk om over dat begrip ‘ontdekken’ na te praten met elkaar. Dat zeggen we tegen de ouders en de leerkracht in het bij het prentenboek behorende lesboek De gedachten van Meisje Bloem : ‘Praat met de kinderen over ontdekken als je aan het voorlezen bent.’ Praten? Niet abstract praten over het functioneren van de hersens, niet praten over ontdekkingsreizigers ver weg, maar heel concreet praten over dichtbij. Zo van: ‘Wat heb jij pas voor nieuws ontdekt? En hoe vind je dat? Maakt ontdekken jou blij omdat je iets nieuws beleefde Maakt ontdekken bang omdat het anders is dan het vertrouwde? Dát kan ook. Dat ontdekken in jezelf, is jezelf leren kennen. Met de vraag tenslotte: Wat doe jij met iets dat nieuw is? nodigen wij een kind uit te handelen naar wat hij denkt en voelt. Het ontdekken kan de vrijheid geven om verder te kijken: ik kon iets nog niet wat ik nu wel kan, of juist toch tot een beperking: ik zie in wat er gebeuren kan en durf het niet meer te doen. Sommige kinderen willen met een grote boog om het nieuwe heen. Andere willen juist op het nieuwe af stappen. Ieder mens is anders, dat respecteren we in ons lesboek. Ook daarin zijn ze vrij.

We mogen verder denken over de mogelijke verhalen die Meisje Bloem op haar zolder verzint en over de begrippen waarover zij mijmert. ‘Vrijheid’ bespreek ik vandaag. Maar er zijn meer begrippen  die op dezelfde manier aanbod kunnen komen. Ik denk aan actuele zaken als een virus dat ziek maakt of de regering die moet zorgen dat de dingen goed gaan. We kunnen voortbouwen op de verhalen in het prentenboek.
De kernbegrippen bij de verhaaltjes in het prentenboek ‘Meisje Bloem’ die wij  bedacht hebben, zijn allemaal eigenschappen die een mens nodig heeft om vrij zijn eigen weg te kunnen gaan. Dat ‘eigen weg gaan’, wil ik wakker maken in ieder die dit prentenboek leest.

Het werkt zeggen deskundigen. Professor Jan Bransen, filosoof aan de Radboud universiteit zegt over het prentenboek:
Er zitten pareltjes tussen, zoals “De zakdoek”, dat gaat over de grappige kant van boosheid zien, “De vork”, dat gaat over ‘krulmensen’ die anders doen, en “De bos bloemen”, dat gaat over dingen die ophouden te bestaan. [..] Er zitten vaste, telkens terugkerende elementen in. Ieder verhaal gaat vergezeld van drie tekeningen en ieder verhaal bestaat uit drie stappen, waarvan de laatste stap van ieder verhaal met een vraag aan meisje Bloem begint, een vraag die het meisje, en natuurlijk ook de lezers, aanzet tot denken. [..] Filosofie voor kinderen van 3 tot 9 jaar. Een mooie doelgroep. En met dit prentenboek zie ik het gebeuren!”    

Over het lesboek zegt hij: “Het begeleidende lesboek geeft fijne aanknopingspunten voor echte lessen, maar dan wel lessen die gesprekken zullen zijn – open, verkennende gesprekken, waarin degene die voorleest minstens evenveel zal leren als de kinderen die voorgelezen worden.”  (citaten uit recensie)  
Professor Jan Bransen zegt dat kinderen maar óók de volwassenen met het prentenboek en het lesboek hun voordeel kunnen doen. En dat kinderen en volwassen samen kunnen ontdekken welke mogelijkheden hun persoonlijke vrijheid van denken  biedt. Ieders denken dat op zijn beurt zicht geeft op een leukere wereld, waarin we allemaal floreren. Want dat wil uitgeverij Joleijt graag met zijn educatieve producten bereiken. Immers een leukere wereld maak je zelf