Door: Joris Leijten.
Vandaag zijn er ”Tweede Kamerverkiezingen”. Vandaag (29 oktober 2025) mogen alle volwassen, van 18 plus, een beetje meepraten over het bestuur van Nederland. De vorige keer dat we konden stemmen is pas 2 jaar geleden.
Er wordt druk gepraat en er valt wat de kiezen omdat er veel problemen zijn, die door veel politieke partijen vaak anders worden opgelost.
Meisje Bloem wil ook graag meepraten ondanks dat ze nog maar een meisje is. Ze heeft een mening over meneer en mevrouw Jansen en wil en kan haar moeder tegenspreken om hen niet te begroeten.
‘Bloem, kom beneden, meneer en mevrouw Jansen zijn er!’ Je moeder roept, Bloem, je moet beneden komen. Meisje Bloem zegt: ‘Ik ga niet naar beneden.’ Meisje Bloem haalt haar neus op. Meisje Bloem zegt: ‘Meneer en mevrouw Jansen praten alleen met mijn vader en mijn moeder.’ Ze zegt: ‘Meneer en mevrouw Jansen vragen nooit hoe ik heet. Meneer en mevrouw Jansen vragen nooit wat ik leuk vind. Meneer en mevrouw Jansen vragen nooit wat ik denk.’ Meisje Bloem zegt: ‘Meneer en mevrouw Jansen denken dat ik een stoel ben. Met een stoel hoef je niet te praten.’
De moeder van Bloem roept na een tijdje: ‘Bloem, meneer en mevrouw Jansen gaan weg, kom eens gauw een handje geven!’ Meisje Bloem blijft op zolder. Meisje Bloem zegt tegen haar pop: ‘Een stoel kan geen handje geven.’ Meisje Bloem zegt: ‘Ik ben geen stoel, ik ben een mens.’ (37. Een stoel)
Op haar zolder is ze aan het nadenken over haar eigen mening. Ze weet wat goed en fout is en wat eigenlijk niet mag. Je mag niet zomaar alle poep op straat gooien dat is smerig, wat ze in de Middeleeuwen wel deden. (16. De kom) Ze deelt haar mening in het prentenboek Meisje Bloem met de lezers.
Ondanks dat kinderen nog niet in de landelijke politiek mogen stemmen en meepraten. Is het al wel belangrijk om te horen hoe politieke partijen kijken naar kinderen. Zijn het voor hen: jonge mensen met een eigen belangrijke mening of zijn kinderen onkundig en maar lastig?
Kinderen vinden dat politici meer naar hen moeten luisteren. Dat blijkt uit een peiling onder 582 kinderen van 8 tot en met 14 jaar, in opdracht van de vereniging “Kinderpostzegels”, de vereniging “Het Gehandicapte Kind” en de vereniging “Jantje Beton”. Het antwoord van de het “Nederlands Jeugdinstituut” hierop is, dat het inderdaad belangrijk is dat de stem van kinderen doorklinkt in de vorming van een regeerakkoord. Ze reflecteren ook. Een kwart van de gemeenten, blijkt uit hun onderzoek, betrekt kinderen al op één of andere manier bij beleid. Maar op landelijk niveau ontbreekt kinderparticipatie.
Ze roepen de politiek op om de rechten van kinderen een belangrijke rol te geven in de komende regeerperiode. Maar ze vinden dat ‘ volwassenen dan ook wel iets moeten ’doen’ met wat kinderen zeggen. Citaat uit het onderzoek: “Dat is niet alleen een opdracht voor landelijke politici, maar voor iedereen die deel uitmaakt van de leefwereld van kinderen. Bijvoorbeeld de school. Daar kunnen kinderen invloed hebben op beslissingen die hen aangaan. Scholen kunnen bijvoorbeeld een leerlingenraad instellen Zo ontstaat een mooie oefenplek voor kinderen om te leren hun mening te geven. En om te ervaren hoe het is als er naar je geluisterd wordt.”
Bijna alle politieke partijen benadrukken de cruciale rol van lezen, schrijven en rekenen als kernvakken en als fundament voor de ontwikkeling van kinderen. Digitale vaardigheden en geletterdheid wordt door een groot aantal politieke partijen óók gezien als een essentiële basisvaardigheid.¹
Uit het onderzoek “ Overzicht verkiezingsplannen voor de jeugd” van het “Nederlands Jeugdinstituut” blijkt dat alle partijen erkennen dat er een lerarentekort bestaat en erkennen zij dat dat een negatieve impact op de onderwijskwaliteit en lesuitval heeft. FVD, GroenLinks-PvdA, SP, PvdD, DENK en Volt pleiten voor ‘kleinere’ klassen als middel om zowel de onderwijskwaliteit als de werkdruk op de leerkrachten te verbeteren. Daarnaast pleiten PvdD, D66, DENK, SGP, Volt en GroenLinks – dat alle kinderen meer gelijke kansen moeten krijgen om door te stromen naar het vervolgonderwijs van hun eigen keuze en eigen capaciteit.
Partijen, blijkt uit het onderzoek, maken zich zorgen over de invloed van sociale media op jongeren. SGP en SP willen een verbod onder de 15 jaar, op het gebruik van mobiele telefoons, waarbij SP in haar voorstel een onderscheid maakt in het gebruik mobiele telefoons van thuis en op school. CU kiest voor een verbod onder 14 jaar, NSC voor 12 jaar bij smartphones en 15 jaar bij het inloggen op sociale media, en PvdD voor 14 en 16 jaar. D66 wil een grens van 15 jaar voor verslavende apps.
Vrijwel alle politieke partijen spreken zich uit tegen discriminatie en voor gelijke kansen.
Daarnaast willen verschillende partijen jongeren meer inspraak geven. D66, GroenLinks-PvdA, PvdD, SP, DENK en Volt pleiten voor verlaging van de kiesgerechtigde leeftijd naar 16 of 17 jaar. ²
Kinderen moeten mee praten in onze samenleving vindt uitgeverij Joleijt.
Dat bepleiten we in al onze boeken. Dus ook meepraten in het parlement.
Hun meningen zijn belangrijk voor de toekomst van Nederland, omdat onze kinderen de toekomst zijn. Mag ik je uitnodigen te gaan stemmen met in je hoofd het terechte verlangen van onze kinderen om te worden geraadpleegd, met in je hoofd Meisje Bloem.