Door Clémence Leijten.
In het eerste verhaaltje van het prentenboek Meisje Bloem wordt Meisje Bloem voor gesteld: Ze heet Bloem, Meisje Bloem. Misschien heet ze ook wel Anne, of Alice, of Aagje, maar iedereen noemt haar Bloem. “Bloem” noemt haar vader haar omdat ze werd geboren op de eerste dag van de lente. “Wordt maar een mooie bloem”, zei hij. (1. Meisje Bloem) Er wordt ook verteld wat Meisje Bloem bezighoudt. Meisje Bloem heeft altijd iets te denken. Dat zie je aan haar ogen. Dan kijkt ze in de verte. Als haar ogen donker worden, is ze boos. Haar ogen zijn ook wel eens nat, dan is Meisje Bloem verdrietig. En soms zijn de gaatjes in haar ogen groot, dan is ze bang. Maar meestal glimmen haar ogen, dan is Meisje Bloem blij. “Bloem heeft sprekende ogen zeggen mensen. Dat zeg je als je vindt dat ogen iets vertellen. De ogen van Meisje Bloem vertellen wat ze denkt in haar hoofd en wat ze voelt in haar buik. Wie denkt oordeelt. Daarom vind ik Meisje Bloem een mooi rijk kind. Ik vind mensen die niet oordelen namelijk makkelijke mensen. Het zijn mensen die een status -quo handhaven. De status-quo is de toestand waarin iets zich bevindt. Die status-quo kan fnuikend zijn, maar omdat iemand “niet oordeelt”, komt er geen afkeurende uitspraak. Anderzijds: de status-quo kan ook inspirerend zijn, maar dat wordt niet opgemerkt als iemand niet oordeelt. Er komt dan geen goedkeurende uitspraak; er komt geen compliment. Een wereld zonder oordeel is in mijn oordeel: armoe.
Continue Reading
Door Joris Leijten.
In een mooie recensie van ons nieuwe boek “Ben je boos pluk een roos…” van Biblion (Bibliotheekcentrale) staat een zin met een mooi begrip. Ik citeer:
“De verhaaltjes zijn in eenvoudige, vriendelijke stijl geschreven en zijn bedoeld om voor te lezen en samen te bespreken, met reflectievragen voor ouder en kind. ”
Een ‘vriendelijke stijl’ wordt hier gezegd. En daar ben ik heel blij mee. In het woord vriendelijk zit het woord “vriend”. Onze stijl van schrijven wordt beschouwd als een vriend; wij zijn een vriend ten opzichte van de mensen die onze tekst lezen. En dat willen we graag. Want een vriend is een gelijke, een vriend is iemand die je graag ziet. In tegenstelling tot iemand die een preek houdt, waar sprake is van een ongelijke positie van iemand die weet wat goed en niet goed is en een ander die dat niet weet en moet worden onderwezen. Een preker willen wij niet zijn, want er zijn veel meningen en die kunnen naast elkaar bestaan. Maar we vinden het wel fijn als die meningen worden uitgewisseld vandaar ons praatverhaal met in het boek de aantekening dat “het ontbreken een zogenaamd juist antwoord voorkomt dat het gesprek een leeractiviteit wordt, die moet leiden naar die ene ‘goede úitkomst.”
Wij maken géén leer-boeken.
Continue Reading