Bloemetje 76. De Bibelebonse berg

Door Clémence Leijten.
Meisje Bloem vindt een doos met een hele grote lepel.‘Dit is de lepel van de Bibelebonse berg’, zegt ze deftig. Meisje Bloem kent het rijmpje van haar oma. Ze zegt: ‘Op de Bibelebonse berg wonen Bibelebonse mensen en die Bibelebonse mensen hebben Bibelebonse kinderen en de Bibelebonse kinderen eten Bibelebonse pap met een Bibelebonse lepel uit een Bibelebonse nap. (12. De lepel) Ik ken dat rijmpje ook. Het was de bedoeling dat je dat versje heel snel zei en zou struikelen over dat moeilijke woord “Bibelebons”. Meisje Bloem zegt: ‘Ik weet dat een nap een kom is. Maar waar kan ik de Bibelebonse berg vinden?’ Meisje Bloem pakt een trapje en kijkt naar buiten. Ze ziet alleen maar daken en geen bergen. ’Hier zijn geen bergen’, zegt ze, ‘de Bibelebonse berg is in een ver land.’ Meisje Bloem zou graag in dat land willen wonen. Waarom zou Meisje Bloem daar willen wonen? Meisje Bloem zegt: ‘De Bibelebonse berg is een berg waar álle mensen eten hebben. De mensen eten de hele dag pap en zoveel als ze willen. Lekkere pap met wel honderd scheppen suiker er in.’ Meisje Bloem zegt: ‘Het is er nooit naar, het is er altijd leuk.’  (12. De lepel) Een soort luilekkerland dus.

Continue Reading


Bloemetje 75. Het vingertje

Door Joris Leijten.
Joleijt educatieve producten wil met haar educatieve boeken graag dingen aanleren, ideeën meegeven. Maar we willen met onze boeken niet sturen; geen leefregel opleggen. Regelmatig betrappen Clémence Leijten en ik als auteurs ons erop dat we onze boodschap toch sturend verwoorden.
Anders gezegd: dat we naar de lezer wijzen met “het vingertje” in ons achterhoofd en dan stellen we bij. Want een mening opleggen willen we niet. Het “vingertje” komt van de uitdrukking: iemand op de vingers tikken; iemand terechtwijzen wegens een fout of overtreding. Een tik op de vingers is een straf voor kleine kinderen die iets doen wat niet mag. Vroeger deelden onderwijzers zulke tikken ook wel uit. Wij willen geen opvoeders zijn en niet doen als de onderwijzer van vroeger. Wij willen alleen denkstof aanreiken.

Continue Reading


Bloemetje 74  De duinen en de zee.

Door Clémence Leijten
Dat is bijzonder, zo kennen wij Meisje Bloem niet. Haar animo ontbreekt. Meisje Bloem heeft nergens zin in. Je kijkt naar niks, Bloem. Meisje Bloem zegt: ‘Ik heb geen zin om te spelen.’ Meisje Bloem kijkt in de verte. Ze kijkt door het dakraam naar de straat; nog verder naar de duinen en de zee. Meisje Bloem zegt: ‘’We zouden vandaag naar de zee gaan. Meisje Bloem ziet de zee en hoort de golven en de wind. En ze zegt: ‘Ik wil naar zee, maar het kan niet.’ (31. De vlieger.) Bij een doos op zolder staat een vlieger. Meisje Bloem herinnert zich de vlieger op het strand. Zij laat die vlieger op. De wind neemt mijn vlieger mee de lucht in’, roept ze. En zo zit Meisje Bloem op zolder toch prettig te vliegeren, terwijl ze nergens zin in had. Er zit een levensles in die tekst. Meisje Bloem krijgt niet wat zij wil. Zij heeft daarom nergens zin in, maar zij pakt toch de draad weer op.

Continue Reading


Bloemetje 73. Leescrisis. 

Door: Joris Leijten
Meisje Bloem vindt op zolder een beeldje van de schrijver Jan Amos Comenius. Comenius zei lang geleden dat je in een boek niet alleen letters moet zetten, maar ook plaatjes, omdat je dan gemakkelijker kunt lezen. Meisje Bloem wat is dat dan, lezen? Meisje Bloem denkt na over lezen. Meisje Bloem zegt: ’Lezen is dat je op papier letters ziet. Als je de letters hardop zegt dan hoor je een woord. Een heleboel woorden maken een verhaal.’ Meisje Bloem zegt: ’Je kan letters lezen, maar je kan ook plaatjes lezen. Plaatjes lezen is veel gemakkelijker omdat je meteen ziet wat er staat.’ (47. Het Standbeeld) In een ander verhaaltje waarin ze oude boeken vindt: Ze denkt aan een oude bibliotheek waar ze is geweest daar rook het naar stof [..] Meisje Bloem vindt boeken leuk. Maar deze boeken vindt zij niet leuk. ‘Er staan geen plaatjes in’, zegt ze. ‘Helemaaaaaaaal geen plaatjes!’ Meisje Bloem zegt: ‘Dit zijn saaie boeken. Dit zijn boeken voor grote mensen.’ (22. De oud boeken) Precies, omdat boeken zonder plaatjes saai zijn en letters lezen moeilijk is, kiezen jongeren van nu eerder voor het bekijken van korte filmbeelden op het scherm van hun mobiele telefoon dan dat ze een uitgebreid boek lezen. Meisje Bloem ook vindt dat plaatjes makkelijker lezen. 

Continue Reading