Door Joris Leijten:
Het is bijzonder dat Meisje Bloem op haar zolder een doosje zaadjes vindt. Zij bedenkt dat ze daar een heleboel bloemen van kan maken. Meisje Bloem vindt ook een pot met aarde. Zij duwt de zaadjes in de grond. ‘Nu moeten jullie gaan groeien’, zegt ze tegen de zaadjes, ‘want ik wil een heleboel bloemen.’( 27. De zaadjes). De zaadjes van Bloem kun je ook symbolisch zien. Het zaadje is de kiem waar bloemen uit ontstaan: de bloemen zijn de nieuwe ideeën. Meisje Bloem zaait haar verhalen via het prentenboek Meisje Bloem. Haar verhalen groeien op hun beurt omdat lezers haar ideeën omarmen en gebruiken en toepassen in hun eigen leven. Haar ideeën inspireren om kritisch te denken en misschien andere dingen te doen.
Continue Reading
Door Clémence Leijten
Meisje Bloem vindt tussen de dozijn een dooie muis. Zijn velletje is verdroogd. Hij is en beetje ingedeukt, Bloem. 'Hij is dood', zegt Meisje Bloem, 'hij is helemaal stijf.' [..] Meisje Bloem neemt de dooie muis in haar handen. Ze aait het kopje. De muis is koud. (6. De dooie muis) Je kunt je afvragen of je in een boek voor jonge kinderen moet praten over de dood. Van dat niet strijdig is met de "tere" kinderziel. Zo je ook niet zou mogen praten over seksualiteit. Over milieuproblemen. Dat zijn controversiële onderwerpen, waar een leerkracht bijvoorbeeld, zich niet aan zou moeten wagen. Dat vinden sommige mensen. Ik ben het daar niet me eens. Die onderwerpen maken deel uit van het kinderleven. Die onderwerpen negeren, is je vriendelijk negeren. En negeren, wetende dat we uit de psychologie, is erger dan pesten nog. Toch weet ik dat het voor veel leerkrachten een dilemma is.
Alles waar kinderen me bezig zijn, zou bespreekbaar moeten zijn. En ik vraag me af: kan dat? Leraren die moeite hebben met het denken van deze thema's aan de gezinssituatie van de kinderen. Ze houden rekening met de groep waar hun leerlingen thuis horen. De leerlingen hebben soms grote, zeer grote invloed van hun omgeving op hun denken, voelen en willen en op hun gedrag. Die leraren vinden dat het niet is aan raden het soort van zijn omgeving te vervreemden door iets te bespreken waar thuis niet over wordt gesproken. Dat is punt om over na te denken, maar toch...
De sfeer van een groep heeft invloed op hem, dat is duidelijk, maar hij kan ja zeggen van nee willen mensen in hun natuur eigenschappen bezitten als 'reflecteren', als 'evalueren'. Meisje Bloem doet dat. Haar oom Ben maakt altijd weer hetzelfde grapje. Oom Ben zegt altijd: "Ik haal je neus eraf" en dan doet hij het stukje van mijn neus tussen zijn vingers. Oom Ben denkt dat ik dat geloof maar ik zie dat de duim is.' Meisje Bloem zegt: 'Oom Ben moet dan heel erg lachen. Ik niet. Dan wordt oom Ben boos op mij, omdat ik niet lach.' (17. De fopneus) Meisje Bloem zegt tegen oom Ben dat hij niet grappig is.
Continue Reading