Bloemetje 16. Rebellen en Dwarsdenkers

Door Joris Leijten.
Deze weken is het in Nederland, Boekenweek. Het thema is ‘Rebellen en Dwarsdenkers’.   De initiatiefnemers denken aan rebellerende dwarsdenkende schrijvers of aan rebellerende dwarsdenkende personages in de boeken die zij schreven. De Boekenweek is bedoeld voor volwassenen. Het prentenboek Meisje Bloem voor kinderen past voor mij in de volwassen Boekenweek omdat volwassenen het boek ook leuk vinden. Bovendien is Meisje Bloem een dwarsdenker omdat ze haar eigen weg gaat. Die weg kan verschillen van de weg die anderen gaan. Dat is confronterend voor wie vindt dat Meisje Bloem pas lief is als Meisje Bloem doet wat zij zeggen, zoals Oom Ben in het verhaaltje van de fopneus, (17. De fopneus) die haar niet-vriendelijk “eigenwijs” noemt en de buurman, en tante Bet en de meester van school (18. De spiegel) die haar opvoeden naar hun norm. Meisje Bloem zegt dat zij ook lief is, als ze doet, wat ze zelf graag wil.
Meisje Bloem kiest haar eigen weg. Ze is een originele denker. Dat komen we te weten door wat ze zegt over woorden die haar opvallen. ‘’ ‘Eigen weg’, zegt ze, ‘is als je wilt slapen met je hoofd op de plek van je voeten’.”

Continue Reading


Bloemetje 15: Ik ben Meisje Bloem, zo wil ik het doen.

Door: Joris Leijten

Het proces van prentenboeken maken, leerde mij, dat het verhaal eigenlijk heel natuurlijk groeit. Het begint met een klein idee, dat door enthousiasme, passie en gedrevenheid uitgroeit tot een concept. Dat is in onze prentenboeken steeds een personage dat van alles meemaakt. Het begin is echter een grote puzzel, waarvan ik niet weet waar hij eindigt. Samen met Clémence Leijten heb ik vele malen overlegd over de vraag: wat kan Meisje Bloem op de zolder vinden? Welke diepere boodschap kunnen we meegeven in het gevonden voorwerp waarmee ze verder groeit? Welke vraag kan zij zichzelf stellen en welk antwoord kan ze hierop geven? Er zijn talloze versies van de teksten gemaakt, waarbij elk woord werd “geproefd” en “geslepen”, maar allengs kwam er structuur in en werden we tevreden. Vervolgens kwamen er drie tekeningen bij die het verhaaltje ook in beeld moesten overbrengen. Wat teken je wel en wat teken je niet? Je kunt alles tekenen, maar de gulden regel is dat je alleen tekent dat wat in het verhaaltje voorkomt. Al het andere leidt af van de boodschap.

Continue Reading


Bloemetje 14. Groot zijn

Door Clémence Leijten    

Op de zolder staat een schilderij, waarop een moeder haar kind voedt. ‘De baby heeft honger’, zegt Meisje Bloem. ‘In de borst zit melk.’ Ze zegt: ‘Die baby wil groeien.’ Meisje Bloem wil ook  groot zijn. Meisje Bloem zou ook willen groeien. Meisje Bloem gaat staan op haar tenen. Ze wil de balk pakken boven haar hoofd, maar ze kan er nog niet bij (25. Het schilderij). Het is net of haar doel: zo groot zijn dat ze de balk kan pakken, te hoog hangt, zoals koek te hoog hangt bij het koekhappen.  Meisje Bloem zet een streepje op het hout naast haar. ‘Ik ben nu groter dan het streepje van vorig jaar’, zegt ze. Meisje Bloem zegt: ‘Ik ben nu bijna een groot mens.’ Meisje Bloem weet waarom zij een groot mens wil zijn: ‘Grote mensen mogen laat naar bed. Grote mensen mogen zelf een snoepje pakken. Grote mensen mogen zelf weten wat ze doen.’ Iemand zei enthousiast: “Over drie maanden wordt jouw kleindochter al drie jaar.’’ Ik keek bedroefd en zei: “Zij is nog steeds twéé jaar!” Wat is dat toch met mensen die niets liever lijken te willen dan dat kinderen groot zijn. Het verlangen van Meisje Bloem om groot te willen zijn, doet mij pijn.

Continue Reading


Bloemetje 13. Vlinders

Door Clémence Leijten

Meisje Bloem vindt een houten doos met een deksel van glas. Kun je zien wat erin zit, Bloem? ‘Er zitten dooie vlinders in. Ze zitten vast met spelden.’ Meisje Bloem kijkt naar de vlinders. Elke vlinder heeft een andere kleur. De ene is groot, de andere is klein. Ze zegt: ‘Iemand heeft die gevangen en in een doos gedaan, omdat hij ze zo mooi vond (45. De vlinderdoos).’ Dooie vlinders terwijl de essentie van een vlinder is, dat hij kan vliegen. De vlinders waarmee het vernieuwde Naturalis in Leiden een van zijn muren heeft gedecoreerd zijn speciaal voor de opstelling gekweekt- en gedood, door ze  in te laten slapen met azijn ether. Een noodzakelijk kwaad legt collectie-beheerder uit. “We willen heel graag de schoonheid laten zien van de natuur en de insectenwereld. En dan kom je al gauw uit bij de vlinders.”¹ Ik denk aan de “vlinders” in mijn buik. Dat is de emotionele beweging als ik verliefd ben. De vlinders aan de wand, de vlinders in de doos bewegen niet meer, hun essentie is hen ontnomen.

Continue Reading